Blog

Poolse arbeidsmigranten in Nederland: beeldvorming vs. praktijk 

Het beeld dat in Nederland over Poolse arbeidsmigranten heerst lijkt gekanteld. Werd het nieuws jarenlang gedomineerd door koppen als ‘ze pikken onze banen in’ en ‘nieuw Polenhotel veroorzaakt onrust in de buurt’; inmiddels is daar iets in veranderd. Werden Poolse arbeidsmigranten eerder in de media vooral afgeschilderd als probleemveroorzakers, nu lezen we regelmatig dat ze juist slachtoffer zijn van wantoestanden bij Nederlandse uitzendbureaus en - werkgevers.  

Zo blijken Poolse arbeidsmigranten vaak te werken in bedrijven waar de corona-maatregelen niet gehandhaafd (kunnen) worden, wonen ze met teveel in te kleine ruimtes en is zelfs een filmpje opgedoken waarop te zien is dat een arbeidsmigrant wordt mishandeld door z’n Nederlandse baas. Ook is het beeld van de Poolse arbeidsmigrant als WW-fraudeur inmiddels genuanceerd. Zelfs het niet-migrantvriendelijke Geen Stijl nam het onlangs voor de Poolse medemens op.  

Een reactie vanuit de politiek op de erbarmelijke omstandigheden van de arbeidsmigrant in Nederland kon niet uitblijven: inmiddels  is het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten o.l.v. Emile Roemer opgericht om de Poolse arbeidsmigrant in Nederland beter te beschermen. 

In de media en de politiek is dus iets veranderd waar het gaat om de benadering van arbeidsmigranten. Hoe zien we dit terug in de alledaagse praktijk? We vragen het na aan Krystyna Meijer, zelf half-Poolse en medewerker steunpunt arbeidsmigranten bij LEVgroep. 

Krystyna: “Ik wil eerst iets ophelderen. Het komt zeker voor dat Poolse arbeidsmigranten in slechte omstandigheden wonen en werken, niet voor niets wordt daar nu door de landelijke overheid iets aan gedaan. Tegelijkertijd is het een beperkte kijk op de werkelijkheid. Het gaat hier namelijk steeds om de Poolse seizoenswerker en de moeilijkheden die hij tegenkomt. Deze short stay arbeidsmigrant keert na korte tijd weer terug naar het land van herkomst. Veel Poolse arbeidsmigranten in Nederland zijn echter long stay arbeidsmigranten en leiden een heel ander soort leven met andersoortige problematiek. Het is belangrijk dat daar ook aandacht voor komt.” 

Doordat deze mensen al langer in Nederland zijn, is hun loon hoger dan in eigen land. De gezondheidszorg is hier beter, de kinderen zijn hier geboren en/of opgegroeid, kortom: genoeg reden om in Nederland te blijven. Tegelijkertijd is er geen inburgeringsplicht voor hen (al heeft het adviesorgaan de WRR inmiddels het advies aan de ministerraad uitgebracht dat te veranderen). Deze situatie heeft een aantal gevolgen: men is veel aan het werk en werkt veel samen met andere Poolse mensen. Voor sommigen ontbreekt de prikkel om de Nederlandse taal te leren vanwege het vele contact met andere Polen. Voor anderen is het onduidelijk waar ze de taal kunnen leren en/of sluiten taallessen niet aan op hun werktijden. De taal niet spreken is niet zelfredzaam zijn en als het dan eenmaal fout gaat, gaat het goed fout. Bijvoorbeeld: brieven die niet goed gelezen worden en opzij worden gelegd waardoor geldproblemen ontstaan, de telefoon die niet wordt opgenomen uit angst om het niet goed te verstaan… 
Als er een mailtje gestuurd moet worden naar de woningbouwvereniging lukt dat niet en is er hulp nodig, bijvoorbeeld van het steunpunt arbeidsmigranten, waar men dit soort problematiek voortdurend tegenkomt.  

Dat gebrek aan zelfredzaamheid en die afwachtende houding zijn niet alleen het gevolg van een taalbarrière maar ook van een cultuurverschil. Nederlandse mensen hebben geleerd proactief en doelgericht te zijn. Poolse mensen zijn over het algemeen afwachtender en gevoeliger voor autoriteit. Nederlandse mensen kennen deze Poolse volksaard niet en verwachten meer zelfredzaamheid en daadkracht. Dat is niet realistisch, temeer een deel van de Poolse arbeidsmigranten laagopgeleid is en hier dus wel wat hulp bij kan gebruiken. Op de werkvloer betekent dit vaak dat een teamleider een groep Poolse collega’s onder zich heeft die veel minder zelfredzaam is dan gedacht en vaak is hij niet opgeleid om daar op een constructieve manier mee om te gaan.  

Naast de excessen die we op het nieuws zien, de misstanden in slachthuizen en de malafide uitzendbureaus, voltrekt zich ‘onder de radar’ dus een ander drama; het drama van non-integratie. De groep voor wie dat geldt is groot en groeit, evenals het probleem dat het voor de Nederlandse maatschappij vormt.  

Op de vraag of ze in de praktijk terugziet dat de beeldvorming aan het veranderen is, reageert Krystyna hoofdschuddend. Laatst las ze een Facebookpost over de abortuswetgeving in Polen; de reacties van Nederlanders over Poolse mensen waren niet mals. Dat in de media in de beeldvorming een bepaalde verschuiving plaatsvindt betekent niet dat dat in de praktijk ook (meteen) merkbaar is. 

Het goede nieuws is dat we, terwijl we aan slachthuizen en malafide uitzendbureaus niet zoveel kunnen doen in de bibliotheek, wel iets kunnen doen aan de achterblijvende integratie en de slechte beeldvorming. 
Wat zou jouw bibliotheek kunnen doen? Neem contact met Yvonne van den Berg op om hierover door te praten.  

Naar overzicht Actueel en Blogs >>