Blog

Werknemer, investeer ook in taal! 

In Brabant hebben 97.000 werknemers veel moeite met lezen, rekenen en computeren. Deze grote groep werkenden heeft moeite met het invullen van werkformulieren, het begrijpen van veiligheidsinstructies of het sturen van een e-mail. Vaak zijn werkgevers hier niet van op de hoogte.  

In 2016 is het actieprogramma Tel mee met taal van start gegaan. Verschillende overheden en organisaties spannen zich gezamenlijk in om werkgevers bewust te maken van dit probleem. Een goede taalvaardigheid leidt tot meer veiligheid op de werkvloer en verhoogt de productiviteit van de werknemers. De overheid stelt subsidie beschikbaar om werkgevers te stimuleren het probleem aan te pakken. Bijzonder aan deze huidige aanpak van laaggeletterdheid is dat er geen rol is weggelegd voor de werknemer. Terwijl een duurzame aanpak enkel succes kan hebben als alle partijen aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid.   

De maatschappelijke kosten  

Laaggeletterdheid is een groot maatschappelijk probleem: 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, schrijven en rekenen. Terwijl taal ontzettend belangrijk is om zelfstandig te functioneren in de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen internetbankieren, het begrijpen van een brief van de gemeente of bijsluiters van medicijnen. Volgens de laatste berekeningen van PricewaterhouseCoopers (2018) kost dit de Nederlandse samenleving meer dan € 1 miljard per jaar. € 572 miljoen hiervan wordt veroorzaakt door het inkomensverlies van laaggeletterden. Laaggeletterde werknemers hebben gemiddeld lagere salarissen. Daarnaast zijn zij vaker werkloos en hebben daarmee een lager inkomen dan wanneer zij wel zouden werken. Vanwege deze lagere inkomsten ontvangt de overheid € 80 miljoen minder aan belastingen. En omdat laaggeletterden moeilijker een baan kunnen vinden, komen zij vaker in de bijstand terecht. Dit kost de overheid € 117 miljoen extra. Een andere grote kostenpost is de gezondheidszorg. Laaggeletterden hebben vaker een ongezonde levensstijl en kampen vaker met chronische ziekten. Met als gevolg dat deze groep vaker naar de dokter of het ziekenhuis gaat. Het extra zorggebruik als gevolg van laaggeletterdheid kost € 275 miljoen.   

Als gevolg van laaggeletterdheid leven bijna 100.000 mensen in armoede. Deze groep heeft recht op extra sociale voorzieningen. Denk aan een tegemoetkoming voor het aanschaffen van een wasmachine of het gebruik van de Voedselbank. Dit kost de overheid jaarlijks nog eens € 95 miljoen.   

Deze kosten van meer dan € 1 miljard komen voor rekening van de werkgevers, zorgverzekeraars, overheid en laaggeletterden zelf. Met andere woorden, laaggeletterdheid heeft impact op de hele samenleving.   

Rendement met ‘taal op het werk’  

Werknemers met een taalachterstand op het werk kosten een bedrijf ook geld. Uit onderzoek blijkt dat 5 tot 10% van ongelukken op het werk een direct gevolg is van onvoldoende taalbeheersing (Stichting van de Arbeid, 2014). Onvoldoende taalbeheersing kan ook leiden tot een lagere productiviteit, meer fouten in het werkproces en een hoger ziekteverzuim. De kosten voor zieke werknemers zijn erg hoog voor een bedrijf. De loonkosten lopen door en de werkgever krijgt te maken met extra kosten vanwege een lagere productie, het aantrekken van nieuwe werknemers en het uitbetalen van overwerk door andere werknemers om de afwezigheid van de zieke werknemers te compenseren.  Daarnaast hebben werkgevers momenteel te maken met een krappe arbeidsmarkt. Goed personeel is moeilijker te vinden.   

Het mag dan ook duidelijk zijn dat werkgevers veel baat hebben bij het aanpakken van het probleem. De overheid stimuleert dit door de subsidie ‘Tel mee met taal’ beschikbaar te stellen, waarbij werkgevers tot 67% van de scholingskosten kunnen terugkrijgen. Het gaat om scholing waardoor de taalvaardigheid van werknemers verbetert. In 2018 maakte de overheid een budget beschikbaar van € 7,5 miljoen voor scholing van werknemers op het gebied van lezen. Werkgevers hebben daar goed gebruik van gemaakt, getuige het bereikte subsidieplafond.   

Ook vanuit de provincie Noord-Brabant is er aandacht voor het bestrijden van laaggeletterdheid bij werknemers. Als adviseur bij Cubiss spreek ik werkgevers aan om te investeren in de taalvaardigheid van hun werknemers. Samen met de leerwerklokketten en Stichting Lezen & Schrijven organiseert Cubiss regionale en lokale werkgeversbijeenkomsten om het thema onder de aandacht te brengen. Cubiss adviseert en ondersteunt werkgevers bij het aanvragen van de landelijke scholingssubsidie Tel mee met taal. Daarnaast geeft Cubiss schrijfworkshops aan bedrijven. In deze workshop leert men hoe de interne communicatie verbeterd kan worden door eenvoudiger te schrijven. Cubiss traint werkgevers in het herkennen van laaggeletterdheid kunnen herkennen en het bespreekbaar maken bij werknemers.   

Dit zijn allemaal activiteiten die gericht zijn op werkgevers, die op hun beurt geacht worden voorwaarden te creëren voor werknemers zodat zij kunnen investeren in hun taalvaardigheid. Maar worden deze kansen wel altijd benut door de werknemers? Als ik werkgevers spreek, hoor ik soms ook dat werkgevers het probleem erkennen en dit bespreken met de werknemer(s) in kwestie. Desbetreffende werknemers voelen echter niet altijd de noodzaak om taalscholing te volgen. En dit is vreemd, want het zijn vooral de werknemers zelf die het meest profiteren van deze investering.  

Duurzame  inzetbaarheid  

Werknemers die goed kunnen lezen, begrijpen werkinstructies beter en werken veiliger. Daarnaast zijn ze meer betrokken bij het bedrijf, hebben meer zelfvertrouwen en zijn zelfredzamer. Maar niet alleen op het werk, ook in het privéleven heeft een verbeterde taalbeheersing een positief effect. Denk bijvoorbeeld aan het helpen bij het huiswerk van hun kinderen, het lezen van een bijsluiter van medicijnen of het begrijpen van een brief van de belastingdienst. Kortom, op allerlei gebieden wordt het welzijn van mensen vergroot wanneer er geïnvesteerd wordt in hun taalvaardigheid. Het is daarom ook juist deze groep die we in onze huidige aanpak nog moeten overtuigen van de meerwaarde van investeren in taalscholing.  

Zeker nu werknemers langer door moeten werken. Met het oog op ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en robotisering neemt het belang van opleiden en ontwikkelen alleen maar toe. Om als werknemer breder ingezet te kunnen worden binnen een bedrijf is het volgen van vakscholing of cursussen noodzakelijk. En het volgen van een opleiding vraagt op zijn beurt weer om een goede taalbeheersing. Taalvaardige medewerkers zijn aantrekkelijker op de arbeidsmarkt; ze hebben meer regie over hun eigen leven en zijn beter voorbereid op de toekomst.   

Circulair denken   

De ministeries van OCW, VWS, SZW en BZK besteden samen aandacht aan laaggeletterdheid. Dit doen ze onder andere door subsidies beschikbaar te stellen voor werkgevers, bibliotheken, scholen, instellingen voor jeugdgezondheidszorg en samenwerkingsverbanden. Interessant aan deze werkwijze is dat de verantwoordelijkheid bij de werkgevers en sociale instanties ligt. En dat de aandacht veel minder uitgaat naar de verantwoordelijkheid van de laaggeletterde werknemer zelf.  

Ten grondslag aan de huidige aanpak ligt een lineaire en hiërarchische denkwijze waarbij de werknemer onderaan de ladder staat en de overheid en werkgever bovenaan. De oplossing is hiërarchisch en afstandelijk: het is een werkgever versus werknemer, baas versus ondergeschikte, initiatiefnemer versus volger. Terwijl het aanpakken van laaggeletterdheid een thema is dat overheid, werkgevers en werknemers samen moeten doen. Ik ben ervan overtuigd dat investeren in taal enkel een succes wordt als het uitgaat van circulair denken: wij samen, beide partijen zijn gelijk en beiden zijn initiatiefnemer. Het bestrijden van laaggeletterdheid wordt dan een gezamenlijke verantwoordelijkheid.  De vraag die hierbij gesteld wordt is: hoe kunnen wij - werkgever en werknemer – samen laaggeletterdheid tegengaan?  

Bedrijven kunnen niet bestaan of groeien zonder werknemers. En werknemers moeten inzien dat ze langer en breder inzetbaar zullen zijn in de toekomst. Werknemers zouden meer gestimuleerd kunnen worden meer 'regie’ te nemen en pro-actiever te zijn. Circulair denken gaat ervan uit dat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een gezamenlijk doel. 

Toon goed werknemerschap!  

Het is belangrijk om werknemers te laten weten wat het aanbod is en ze te stimuleren te investeren in hun eigen leven en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Daarnaast is het goed om werknemers meer bewust te maken van hun langere inzetbaarheid. Zo kunnen werknemers gestimuleerd worden om ontwikkelingen in het vak bij te houden en nieuwe kennis op te doen door cursussen te volgen.  

Circulair denken gaat gepaard met het zoeken naar meerdere oplossingen. De juiste oplossing bestaat niet. Het gaat ook gepaard met een gerichtheid op de eigen deelname en verantwoordelijkheid. Het probleem van laaggeletterdheid kan daarom niet enkel belegd worden bij werkgevers of overheden.  

In de huidige maatschappij laten werknemers zich vaak leiden door hun werkgevers en nemen ze zelf weinig tot geen initiatief. Oorzaak hiervan ligt niet enkel bij de werknemer, maar ook bij werkgevers die niet bereid zijn om de verantwoordelijkheid te delen met de werknemers. Een grote uitdaging voor werkgevers ligt in het tonen van goed leiderschap. Een werkgever kan open het gesprek aangaan met de werknemer. Het is noodzakelijk om het bespreekbaar te maken en als werkgever te achterhalen wat de werknemer nu echt nodig heeft. Vervolgens is het voor de werkgever zaak om het nodige te faciliteren middels scholing en coaching.   

Eveneens ligt er een uitdaging voor de werknemer. Het besef dat er zoiets bestaat als goed werknemerschap. Wanneer je als werknemer niet in jezelf investeert, zal de relatie met de werkgever nooit gelijkwaardig worden of blijven.  Tegelijkertijd is het goed dat werknemers zich meer en meer realiseren dat dienstverbanden steeds korter worden. Daarnaast zal de AOW-gerechtige leeftijd de komende tijd verder opschuiven richting zeventig jaar. Het is zaak dat werknemers juist nu kansen zien en deze benutten. Zo bieden gemeenten, ROC's en bibliotheken verschillende vormen van taalles aan. In veel gevallen is dat zelfs kosteloos. Als werknemer is het zaak om open het gesprek aan te gaan met de werkgever over de eigen valkuilen en de schaamte daarover. En om de vervolgstap te zetten door een ROC-opleiding voor volwassenen te volgen en/of gebruik te maken van vrijwilligers bij de bibliotheek om te oefenen met taal.   

Ik sluit mijn betoog graag af met de volgende oproep aan alle partijen:   

Overheid, werkgever, werknemer en burger, investeer samen in taal!  En daarover ga ik graag met je in gesprek.  

Meer weten over Cubiss? 

Cubiss helpt werkgevers bij bestrijden van laaggeletterdheid op de werkvloer. Bekijk ons filmpje 'Taal op de werkvloer' en ontdek wat Cubiss voor jouw bedrijf kan betekenen!
Of neem contact op met mij via 013 207 90 08 of m.fong@cubiss.nl. 

Naar overzicht Actueel en Blogs >>