Datum

Verslag themabijeenkomst Voorkomen en bestrijden laaggeletterdheid, 30 augustus 2018 in Sittard

Opening
Zie ook bijbehorende powerpoint-presentatie

Marjan Middelkoop (adviseur bij Cubiss) opende de bijeenkomst. Laaggeletterdheid wordt binnen het gezin tussen de generaties overgedragen. Deze cyclus van laaggeletterdheid moet doorbroken worden. De specialisten jeugd en volwassenen, die zich met deze problematiek bezighouden, kunnen elkaar versterken en hun gescheiden wereld verbinden. In deze bijeenkomst hebben we de kansen daartoe met elkaar verkend. Het was een gezamenlijke activiteit van de Limburgse projecten ‘Participatie en zelfredzaamheid’ en ‘Jeugd en onderwijs’.

Voor de bijeenkomst waren zowel specialisten jeugd als specialisten volwassenen/taalhuiscoördinatoren uitgenodigd. De bijeenkomst vloeide voort uit de landelijke bijeenkomst ‘Voorkomen en bestrijden’ op 17 mei in Utrecht (hier vind je het verslag en andere info over de landelijke dag).

Verbinden voorkomen en bestrijden door Marie-Anne Raaijmakers en Bert Golstein
Zie ook bijbehorende powerpoint-presentatie

Marie-Anne Raaijmaker is verkenner laaggeletterdheid-netwerken vanuit Kunst van Lezen, samen met Hermine Langhorst. Zij hebben samen een onderzoek naar preventie en curatie uitgevoerd in Nederland: De cyclus van laaggeletterdheid doorbreken. Nu doet Marie-Anne onderzoek op dit thema bij bibliotheek Helmond-Peel.

Ongeveer de helft van de laaggeletterden heeft jonge kinderen. Ouders hebben, van alle mensen die bij de kinderen betrokken zijn, de grootste invloed op de taalontwikkeling van kinderen. Een goede leesopvoeding is dus cruciaal en deze bestaat uit drie delen: leesvoorbeeld (attitude), leesbegeleiding (o.m. voorlezen) en leesaanbod (bibliotheek-abonnement, kranten, boeken). Laagtaalvaardigde ouders kunnen de leesopvoeding belemmeren in plaats van stimuleren.

In Limburg is 12,8 % van de bevolking laaggeletterd en dit percentage groeit. Er komen dus in de toekomst nog meer ouders die laaggeletterd zijn. Een aanwezige vroeg zich af hoe het komt dat het aantal laaggeletterden nog steeds groeit. Anne-Marie gaf als antwoord dat kinderen die eenmaal een achterstand hebben als ze met het basisonderwijs beginnen, dit niet meer inhalen (NB. Dit staat goed uitgelegd in de brochures Meer (voor)lezen, beter in taal van Kunst van Lezen).

Vaak hebben laagtaalvaardige ouders slechte schoolervaringen. Ze hebben echt een aversie tegen lezen en schrijven, en info hierover met betrekking tot het kind slaat dan ook niet aan bij deze doelgroep. Ook praten deze ouders minder tegen hun kinderen en gebruiken ze minder rijke spreektaal; dit leidt tot de 30-million-gap (wordt ook uitgelegd in bovengenoemde brochures). Zo ontstaat een hardnekkig probleem: een cyclus van laaggeletterd/intergenerationele laaggeletterdheid (zie het filmpje Het leven van Lisa).

Om laaggeletterdheid landelijk te bestrijden is het programma Tel mee met taal opgezet en een onderdeel daarvan is Kunst van Lezen, dat zich richt op kinderen. Er wordt steeds vaker geconstateerd dat de bestrijding van laaggeletterdheid voor volwassenen en kinderen parallel aan elkaar loopt maar dat er weinig verbinding is. Dit geldt niet alleen voor bibliotheken, maar zeker voor gemeentes, het onderwijs en andere partners in het taalnetwerk. De opdracht aan Tel mee met taal is nu ook de bewustwording hierover en verbinding tot stand te brengen.

Een groot probleem voor alle bibliotheken is: waar vinden we deze ouders en dan met name de NT1-ouders? De bibliotheek kan laaggeletterdheid bestrijden maar niet alleen: zij moet daarvoor samenwerken met een netwerk. Dit is een lang traject met een zorgvuldige aanpak, waarin niet alleen de NT1-ers stap voor stap duidelijk gemaakt moeten worden dat, als zij aan de slag gaan met taal, dit ook van belang is voor hun kind. Ook de bewustwording bij alle partijen (bijvoorbeeld de gemeente) moet komen dat aanpakken voor ouder en kind gelijk op moeten gaan. Als bibliotheek moet je daarvoor op pad, met veel partijen praten en hen overtuigen van de nieuwe werkwijze.

(NB. Bibliotheek Kampen schijnt hiervoor al een draaiboek gemaakt te hebben; over het brede veld rond laaggeletterdheid. Wil je hier meer van weten dat zou je met hen contact op kunnen nemen) Anne-Marie vertelde dat het onderwijs ook steeds meer haar rol wil pakken als het om bestrijding van laaggeletterdheid gaat. Spring hierop in als bibliotheek. Geef bijvoorbeeld leerkrachten die jouw bieb niet kennen omdat ze niet in dat werkgebied wonen, een rondleiding. 

Onderzoek bij Bibliotheek Helmond-Peel
Momenteel voert Marie-Anne onderzoek uit naar de praktijk; bij bibliotheek Helmond-Peel. Samen met Bert Golstein, consulent volwassenen bij die bibliotheek, vertelt ze hierover. In deze bibliotheek heeft ze eerst onder meer een interne verkenning gedaan, een klantreis en een verkenning van het taalnetwerk.

Een voorbeeld van dit laatste is een taalklas met ouders van één van de basisscholen, die ze heeft gestimuleerd de bibliotheek te bezoeken. Zo is een nieuwe samenwerking ontstaan. Door het contact met deze taalklas leerde ze dat ze eerst het vertrouwen van de taalleerders moest winnen (door vaak bij de cursus aan te sluiten), alvorens ze hen kon informeren over de bieb. Wat ook hielp bij deze doelgroep is dat de bieb naar de school komt; het schoolplein is immers vertrouwd gebied. Zorgen voor kinderopvang tijdens een taalactiviteiten bij de bibliotheek is een grote pré. Cruciaal bij de doelgroep NT1 is dus niet starten met zenden maar vooral eerst een goede, laagdrempelige sfeer creëren, het vertrouwen winnen, ze veilig laten voelen, gastvrij zijn en je geduldig opstellen als bibliotheek.

Andere zaken die Marie-Anne opgemerkt heeft bij Helmond-Peel:

Intern in de bibliotheek zal de focus op laagtaalvaardige ouders ergens belegd moeten worden in de organisatie. Ook moet er draagvlak zijn bij de directie, want het is een investering (er moet bijvoorbeeld een opleidingstraject komen voor de medewerkers met de focus op laagtaalvaardige gezinnen). Marie-Anne heeft bijvoorbeeld een presentatie voor de Raad van Toezicht gegeven, die vervolgens akkoord ging met het nieuwe beleid. Vergeet ook niet de front-office medewerkers te betrekken; zij zullen vaak het eerste contact met een laagtaalvaardige ouder leggen en moeten dus goed kunnen adviseren.

De klantreis die Marie-Anne georganiseerd heeft bij Helmond-Peel heeft veel opgeleverd. Dit is een interessante werkvorm voor alle bibliotheken; er komen zaken uit die gelijk opgepakt kunnen worden. Denk aan het aanpassen van een ingewikkeld formulier of langetermijn verbeteringen. De medewerkers bekeken hun bibliotheek (en website!) door de ogen van laagtaalvaardige ouders. Wat opviel was dat de bibliotheek erg gehecht is aan regels (denk aan boetes) versus gastvrijheid. Bert gaf de tip dat een collectie met tweetalige boekjes erg positief werd ontvangen door de doelgroep NT2. Dat geeft deze groep erkenning dat ook hun moedertaal belangrijk is. Zijn tip was: als een bibliotheek een taaltalige/anderstalige collectie aan wil schaffen, dan moet je eerst peilen bij de gemeente wat zij wenselijk acht met betrekking tot de discussie eigen taal versus alleen de Nederlandse taal.

Highlights landelijke bijeenkomst 17 mei jl.
Andrea Driesse (adviseur bij Cubiss) gaf een impressie van de landelijke dag die hetzelfde thema had. Eén van de doelen van die dag was om na te denken wat je direct de volgende dag al zou kunnen doen aan verbinding in je eigen bibliotheek.

Er waren twee plenaire sprekers:

Natascha Notten (Radboud Universiteit Nijmegen) vertelde over opvoeding, ongelijkheid en digitale geletterdheid. Zij doet onderzoek naar wat de invloed is van mediaopvoeding op het onderwijssucces van het kind. Haar conclusies: je kunt niet online geletterd zijn als je dat offline niet bent, en voorlezen is ook belangrijk voor digitale geletterdheid. Interessant vond Andrea dat ze vertelde dat middenhoog-opgeleide ouders juist weinig in de bieb komen en laagopgeleide/laaggeletterde ouders juist wel (ze komen bijvoorbeeld met hun kinderen mee).

Christine Clement (taalkundige onderzoek bij Cinop) vertelde over intergenerationeel lezen, family learning- en literacy. Intergenerationeel leren houdt in dat twee of meer generaties samen leren met elkaar en/of van elkaar. Wederkerigheid - beide generaties hebben er iets aan - speelt daarin een belangrijke rol. Familylearning is specifiek leren binnen één familie/gezin: (groot)ouders en kinderen. Het leerklimaat binnen de familie of het gezin gaat daardoor vooruit. Sommige landen zijn hier al ver mee, zoals Scandinavië en Engeland. In Engeland is een mooi project waarvan een filmpje is gemaakt wat zeer de moeite waard is om te bekijken. Bij dit Engelse project vallen twee dingen op: de samenwerking tussen school en ouders, en dat je familylearning en taal kunt combineren. Dit laatste is te onderscheiden in family literacy (stimuleren en bevorderen van lezen en schrijven binnen het gezin) en Family language learning (stimuleren van spreken en luisteren en het bevorderen van een rijke taalomgeving binnen het gezin). Deze twee gaan vaak samen op. Voorbeelden in Nederland van family-learning-achtige programma’s rond taal zijn vve thuis, Voorleesexpress en Taal voor thuis.

Christine heeft onderzoek gedaan in Nederland naar dit soort programma’s, het viel haar op dat in Nederlandse programma’s vaak het volgende centraal staat: taalverwerving van het kind; ouders krijgen instructie voor taal & hun kind; veel aandacht voor de leesattitude van lezen; ouderparticipatie.

Weinig programma’s in Nederland zijn gericht op: woordenschat; jongeren; schrijven; taalverwerving van de ouders.

Voordeel van family learning-programma’s rond taal, waar de ouders echt bij betrokken zijn, is volgens Christine het versterken van rijke taalomgeving in de thuistaal en het doorbreken van intergenerationele overdracht met betrekking tot laaggeletterdheid (zie het filmpje Het leven van Lisa). Wat kunnen bibliotheken doen volgens Christine? Start een intergenerationeel project voor bijvoorbeeld laagtaalvaardige ouders.

Wil je meer weten over de landelijke dag op 17 mei jl.? Neem dan contact op met Andrea Driesse via a.driesse@cubiss.nl.

Subsidiemogelijkheden door Elly Cuijpers

Subsidie BoekStart in de Kinderopvang
Deze Stimuleringsregeling 2018 is bedoeld voor die basisbibliotheken die nog niet met BoekStart in de Kinderopvang werken. Het is ook mogelijk om hiervan gebruik te maken als basisbibliotheken die al gestart zijn, maar nu in een nieuwe gemeente voor het eerst BoekStart in de Kinderopvang invoeren. Eerstgenoemde basisbibliotheken gaan voor en het overgebleven landelijke budget wordt verdeeld over de andere basisbibliotheken die met een nieuwe, andere gemeente voor deze regeling in aanmerking willen komen.

Er is € 2.410 subsidie per kinderdagverblijf/peuterspeelzaal beschikbaar, bedoeld voor het inrichten van de leesomgeving en personele kosten (leesconsulent en onderwijsspecialist). Wil je meer weten over de subsidieregeling, neem dan contact op met Elly Cuijpers via e.cuijpers@cubiss.nl.

N.B. Ruimte voor een aanvraag is beperkt.

Subsidie BoekStartcoach (Kunst van Lezen)
Momenteel wordt op 41 plekken in Nederland geëxperimenteerd met de inzet van een BoekStartcoach op het consultatiebureau. Een mooi resultaat maar de ambitie is groter. Gelukkig kan Kunst van Lezen nog een pilotronde financieren. De BoekStartcoach is een laagdrempelige interventie om meer laagtaalvaardige ouders te bereiken. Vanaf september 2018 kunnen er opnieuw bibliotheken aan een pilot deelnemen. Voor startende bibliotheken is een impulssubsidie van € 5.000,- beschikbaar. Wil je meer weten over de BoekStartcoach en de subsidieregeling, neem dan contact op met Elly Cuijpers via e.cuijpers@cubiss.nl.

N.B. Ruimte voor een aanvraag is beperkt.

Subsidie Maatschappij en Laaggeletterdheid (Provincie Limburg)
Bedoeld voor activiteiten die bijdragen aan het gezamenlijk oplossen van laaggeletterdheid.

Wil je meer weten over deze regeling, neem dan contact op met Ivette Sprooten via i.spooten@cubiss.nl.

Stapelen Subsidies
De subsidies van zowel Kunst van Lezen als van Provincie Limburg kunnen gestapeld worden. Voorbeeld: je neemt deel aan de subsidie Kunst van Lezen voor de BoekStartcoach. Dan kun je hiervoor ook subsidie aanvragen bij de Provincie Limburg. Op die manier heb je meer financiële ruimte om het project goed weg te zetten.

Plannen van Cubiss rond het thema
Marjan vertelt over de pilot taal en gezin in 2018 van Cubiss, waarin geïnteresseerde bibliotheken gevraagd wordt vingeroefeningen uit te proberen om de verbinding alsmede de taalvaardigheid van ouders te stimuleren. Cubiss zal daar aan het einde van het jaar verslag van doen. Geïnteresseerde bibliotheken kunnen 26 september in Sittard aansluiten bij een overleg hierover (voor meer info; klik hier).

Verder vertelt Marjan dat het verbinden van voorkomen en bestrijden in 2019 een kernthema wordt, bij zowel de Limburgse projecten “Jeugd en onderwijs’ als ‘Participatie en zelfredzaamheid’.

Samen verkennen door Marie-Anne
Omdat de tijd omgevlogen is, besluiten we plenair te kijken naar de punten waar we verbinding/verbetering aan kunnen brengen: gebouw, programmaring, expertise en lokaalnetwerk. De antwoorden:

Gebouw: de BoekStart-hoek en het taalhuis koppelen, waar mogelijk een damspel in de buurt, het MPL beter zichtbaar maken, geen strenge maar uitnodigende balies, een gastvrouw/-heer die vriendelijk begroet (eventueel in meerdere talen), duidelijke bewegwijzering (denk aan kleuren per afdeling, een plattegrond bij de entree, minder talige bewegwijzering, meer symbolen gebruiken). Bibliotheek Helmond had een mooi voorbeeld: zij spelen met het idee om een infopunt voor ouders in te richten waar zij informatie kunnen krijgen over taal- en mediaopvoeding. 

Programmering: Taalcafé’s koppelen aan thema’s (denk aan de verkiezingen) en ook kinderactiviteiten hieraan koppelen (bijvoorbeeld in de Week van de Alfabetisering komt de muziekschool bij de kinderen langs), in de school (een veilige omgeving) een taalcafé organiseren, Voorleesexpress-vrijwilliger kan doorverwijzen, een leescafé op vrijdagmiddag waar ouders geïnformeerd worden over kinderen & lezen, gecombineerd aanbod (bijvoorbeeld activiteiten van de BoekStart-coach en het taalhuis combineren).

Expertise: zowel bij de vrijwilligers als interne medewerkers (front-office!) bewustwording creëren voor de koppeling van beide doelgroepen aan elkaar en ze informeren/bijscholen over de collectie (bijv. door de training Herkennen & Doorverwijzen en de training Wegwijs in de collectie NT1 en NT2), een expertise-collectie aanleggen, goed kijken naar de mogelijkheden rond het MLP.

Lokaal netwerk: pm-ers erbij betrekken want zij vormen een verbindende factuur tussen kinderen en ouders.

Afronding

Aan het einde van de ochtend concluderen de aanwezigen dat eerst de verbinding tussen de specialisaties jeugd en volwassenen/Taalhuis binnen de organisatie gezocht moet worden en dat de bibliotheek dit daarna naar buiten uit kan gaan dragen. Belangrijk is daarbij welke verhaal je vertelt (storytelling). Heb geduld tijdens dit traject; het is waarschijnlijk een kwestie van een lange adem.

Verder laat Marie-Anne weten dat als een bibliotheek een goed idee heeft om de verbinding te realiseren, dat ze daar graag van hoort via raaijmakers@kunstvanlezen.nl.

Interessante vervolgbijeenkomsten bij Cubiss met betrekking tot dit thema zijn:

Dit verslag is opgesteld door Andrea Driesse, adviseur bij Cubiss.

Naar overzicht Actueel en Blogs >>