Stap voor stap naar een taalvriendelijke schoolbibliotheek
In een klas worden gemiddeld vijf verschillende talen vertegenwoordigd en aandacht voor de thuistaal van leerlingen is belangrijk. Yvonne Geradts, leerkracht en coördinator vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) en meertaligheid, vertelt hoe OBS de Blaak in Tilburg dit aanpakt.
OBS de Blaak in Tilburg is sinds 2020 een gecertificeerde vvto-school. Dat betekent dat de leerkrachten ongeveer 15% van de tijd in het Engels lesgeven. Naast internationale gezinnen verwelkomt de school ook steeds meer meertalige gezinnen.
Yvonne: “We zien mooie resultaten van vvto: onze leerlingen gaan gemiddeld met B1-niveau voor Engels van school, ze hebben er plezier in om Engels te leren. En we hebben een geschoold team dat zich vertrouwd voelt met de taal, ook om gesprekken met ouders te voeren over schoolprestaties.”
Internationale ouders weten de school te vinden, zij willen dat hun kind goed Engels leert. “We geven Engelstalige rondleidingen aan belangstellende ouders,” vertelt Yvonne. “Daarbij zeggen we duidelijk: Wij zijn een Nederlandse school, wij bieden Nederlands onderwijs. Engels komt erbij.”
Steeds vaker melden ook meertalige of anderstalige ouders hun kind aan, ook van buiten de wijk of zelfs de stad. Ongeveer 20% van de leerlingen is meertalig, in een klas worden gemiddeld vijf verschillende talen vertegenwoordigd.
Thuistalen in kaart
Yvonne vertelt: “Het is belangrijk om die thuistalen goed in kaart te brengen. Dat doen we bij vierjarigen, maar ook bij overstappers van een andere school. We vragen de ouders welke talen het gezin spreekt en welke vaardigheid het kind in die taal heeft. Aandacht voor de thuistaal is echt nodig om te zorgen dat ook de Nederlandse taalontwikkeling goed verloopt.”
Als team krijgen ze steeds meer kennis en bewustzijn over meertaligheid. “We begrijpen hoe een tweede taal zich ontwikkelt en hoe zich dat verhoudt tot taalontwikkeling of een brede kennisontwikkeling,” verduidelijkt Yvonne. “Zo weten we dat een lager taalniveau kan komen door een achterstand in de taalontwikkeling, maar ook door een achterstand in de Nederlandse woordenschat door meertaligheid. Is het niveau in de thuistaal gewoon op orde, dan heeft een leerling andere hulp nodig dan in het eerste geval.”
Want als een kind in de eigen taal weet hoe een bepaald item heet, dan kun je eigenlijk het Nederlandse woord daaraan toevoegen. Een goede algemene kennisbasis én een goede beheersing van de thuistaal is dus heel belangrijk voor het goed gaan beheersen van de Nederlandse taal.
Taal is ook emotie
Een thuistaal is ook een stuk identiteits- en cultuurontwikkeling. “Met de taal die je spreekt, krijg je ook een cultuur mee,” zegt Yvonne. “De geschiedenis van je familie, van je land. Taal is niet alleen een manier van communiceren, het is ook emotie. Als je als kind je leven lang een andere taal spreekt dan het Nederlands, dan uit je daarin ook je gevoelens en je emoties. Als je dat in een nieuwe taal moet gaan doen, dan kun je daar minder makkelijk mee uit de voeten. Daarom is het heel belangrijk dat we aandacht geven aan allebei de talen: dus de taal van de maatschappij waarin je je beweegt, maar ook de taal die hoort bij je identiteit.”
Taalvriendelijke Bibliotheek op school
De Blaak onderzoekt de stap naar een taalvriendelijke Bibliotheek op school waar alle leerlingen boeken in hun thuistaal vinden. Dan kunnen ze boeken lezen van ‘de Annie MG Schmidt van Spanje’ of ‘de Jacques Vriens van Polen’. Maar ook de boeken van David Walliams in het Engels én in de thuistaal. Of dat er één boek beschikbaar is in tien verschillende talen, zodat een kind hetzelfde boek kan lezen als een anderstalige klasgenoot.
“We zetten flink in op lezen” benadrukt Yvonne. “Elke dag twintig minuten vrij lezen en de leerkrachten lezen veel voor. In samenwerking met Bibliotheek Midden-Brabant hebben we de Bibliotheek op school. Lezen is echt een dagelijkse gang van zaken geworden. Leerlingen pakken sneller een boek, er worden meer boeken gepromoot. Daarnaast hebben we een Engelstalige bibliotheek, één voor de onder- en één voor de bovenbouw, met elk zo’n twee- tot driehonderd boeken. In de bovenbouw zijn de Engelse boekenkasten meestal grotendeels leeg! Leerlingen lenen niet alleen de Engelstalige fictieboeken, maar ook de informatieve boeken. Ze kiezen in het Engels heel divers, ze lezen alle boeksoorten: van poëzie tot historie, van de echte literatuur tot de simpelere boeken. De echte klassiekers, van Jane Austen bijvoorbeeld, worden veel gelezen.”
Stap voor stap
Werken naar een taalvriendelijke schoolbibliotheek gaat stap voor stap. “Ik overleg met de leescoördinator en de lees- en mediaconsulent en zij pakken het op,” vertelt Yvonne. “Ik blijf het aan de zijlijn goed in de gaten houden. Als er bijvoorbeeld weer budget is om boeken aan te schaffen, dan zet ik meertalige boeken op het lijstje. En zo is het prima, het hoeft ook niet allemaal in één keer.”
Voorlopig is het belangrijkste doel dat alle leerlingen met plezier lezen, in het Nederlands én in het Engels. De leerkrachten werken er aan alle meertalige leerlingen goed in beeld te hebben en te weten wat ze nodig hebben. “Daar zijn we flinke stappen mee aan het zetten,” verzekert Yvonne.
Een tip die Yvonne iedereen wil geven: “Denk niet te groot. Begin met een taal aanwezig te laten zijn in de klas. Ga eens in allerlei verschillende talen tellen, bedenk samen welke woorden je kent in andere talen. Als je een kennismuur maakt, laat een kind daar het woord in de eigen taal bijzetten. Dat zijn hele kleine dingen met een groot effect. Ik denk dat je daarop moet focussen als je wilt beginnen met meertaligheid in je klas of school."