Datum

De waarde van vrijwilligers

Er werken in ons land ruim 20.000 mensen als vrijwilliger bij een openbare bibliotheek. Dat zij een waardevolle bijdrage leveren, staat buiten kijf. Cubiss besteedt binnen het project Bieb Lab Brabant veel aandacht aan de rol van vrijwilligers. Terugkerende vraag van veel bibliotheken is hoe (en of?) de bijdrage van vrijwilligers concreet te vertalen is naar kosten en opbrengsten. Want hoewel vrijwilligerswerk alom waardering oogst, wordt toch ook vaak gevraagd naar de financiële waarde van de vrijwilligers. Cubiss startte een onderzoek naar het meten van de waarde van vrijwilligers. Zonder de conclusies daarvan hier al prijs te geven: het meten blijkt niet eenvoudig! In dit artikel delen we graag de informatie die we tijdens onze zoektocht vonden, omdat het ook aanzet tot denken.

De afgelopen vijf à tien jaren was de keuze om binnen bibliotheken met vrijwilligers te werken voornamelijk kostengedreven. Krimpende budgetten dwongen bibliotheekdirecteuren en -bestuurders om afscheid te nemen van een aantal betaalde krachten en om de dienstverlening te kunnen behouden, werd voor bepaalde taken een beroep gedaan op vrijwillige inzet (bron: Bibliotheekwerk.nl). Kosten de vrijwilligers de bibliotheek dan helemaal niets? Het antwoord laat zich raden: vanzelfsprekend kost de inzet van onbetaalde krachten de bibliotheek óók geld. Maar hoeveel?

Wat levert de inzet op?

Interessanter vinden wij de vragen ‘Waarom werken bibliotheken samen met vrijwilligers?’ en ‘Wat levert de inzet van vrijwilligers de bibliotheken (en de maatschappij) heden ten dage op?’. Het beantwoorden van de waarom-vraag (om de dienstverlening te kunnen uitbreiden) helpt vaak al om de wat-levert-het-op-vraag deels te beantwoorden. In antwoord op die laatste vraag: we kunnen vaststellen dat de komst van vrijwilligers nieuwe kansen oplevert. Gelijktijdig met het proces van bezuinigingen wordt van bibliotheken verlangd dat zij transformeren naar een maatschappelijke bibliotheek die zich profileert als een waardevol ankerpunt in de lokale samenleving.

Vrijwilligers blijken aan dit transitieproces een cruciale bijdrage te kunnen leveren. In het bijzonder de expert-vrijwilliger, de actieve burger en de geleide vrijwilliger. Ieders bijdrage varieert echter, ieder type vrijwilliger heeft een eigen takenpakket. Vanuit het oogpunt kosten-baten zit hier direct een complex element. Want de taken die de bibliotheek-ondersteunende vrijwilliger uitvoert – zoals opruimen en thuisbezorgen van boeken – zijn eenvoudiger naar een waarde te vertalen dan de werkzaamheden van de actieve burger, die specifieke competenties en een grote mate van taakvrijheid heeft en niet direct door de bibliotheek wordt aangestuurd. Hoe worden de verdiensten van dit type vrijwilliger zichtbaar in een cijfermatige opbrengst?

Waardevolle neveneffecten

Nog ingewikkelder wordt het vraagstuk wanneer we willen kwantificeren wat de economische én sociale neveneffecten zijn van alle vrijwillige inzet in de bibliotheek. Die zijn niet gering:

  • Vrijwilligers zijn een waardevolle ambassadeur van de bibliotheek en dragen bij aan het versterken van de lokale / regionale verbondenheid tussen bibliotheek en wijk, dorp of stad.
  • De bibliotheek draagt bij de terugkeer naar betaald werk; de vrijwilliger die uitkeringsafhankelijk was, deed het vrijwilligerswerk in het kader van re-integratie en stroomde door naar een betaalde baan. Einde uitkering, dus een besparing voor de samenleving.
  • Vrijwilligerswerk kan in hoge mate bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van de vrijwilliger.
  • Vrijwilligerswerk zorgt voor sociale samenhang en leefbaarheid. Mensen komen in de bibliotheek bijvoorbeeld in aanraking met culturen waarmee ze in het dagelijks leven weinig te maken hebben.
  • Er zijn steeds meer indicaties dat het doen van vrijwilligerswerk de vrijwilliger gezondheidswinst oplevert. De inzet van de duizenden onbetaalde krachten in het bibliotheekwerk zou op langere termijn dus tot een (aanzienlijke?) besparing in zorgkosten kunnen leiden. Een interessante invalshoek, gelet op de zorgen over de enorm hoge en alsmaar stijgende zorgkosten in ons land.

Vanuit een vergelijkbaar perspectief zijn er ongetwijfeld nog meer positieve ontwikkelingen te herleiden naar vrijwilligerswerk in onze sector. Zijn deze resultaten cijfermatig meetbaar? Niet of nauwelijks.

Economische waarde

In een dappere poging om toch een economische waarde vast te stellen, is het model van prof. dr. Lucas Meijs (hoogleraar Strategic Philanthropy and Volunteering aan de Erasmus Universiteit) bruikbaar. Hij ontwikkelde drie perspectieven (Bron: Movisie) die de economische waarde van vrijwillige inzet bij benadering weergeven:

  • De vervangingswaarde berekent wat het zou kosten als je al het vrijwilligerswerk door beroepskrachten zou moeten laten doen. (Simpelweg wordt het aantal gewerkte vrijwilligersuren vermenigvuldigd met het bruto uurloon van een beroepsmedewerker die vergelijkbare werkzaamheden verricht.)
  • De investeringswaarde meet de inkomsten die een vrijwilliger misloopt omdat hij niet betaald wordt voor zijn inzet. (Met andere woorden: welk bedrag had de vrijwilliger in het onbetaalde uur kunnen verdienen?)
  • De marktwaarde heeft als uitgangspunt dat vrijwilligers hun werk ook op commerciële basis hadden kunnen verrichten. (Hoeveel zou de bibliotheek bereid zijn om te betalen wanneer het werk niet op basis van vrijwilligheid zou worden gedaan?)
     

Niet gratis

Is het dan echt niet mogelijk om de kosten van vrijwilligers in kaart te brengen? Natuurlijk wel en het is ook van belang om dat zoveel mogelijk te doen – al is het maar om zichtbaar te maken dat vrijwilligerswerk beslist niet gratis is! Met de inzet van vrijwilligers zijn diverse specifieke kostenposten gemoeid, die jaarlijks vrij eenvoudig te begroten zijn. De uren die betaalde bibliotheekmedewerkers besteden aan vrijwilligers, zijn als kosten te calculeren. Denk hierbij aan het aantal uren die de vrijwilligerscoördinator wekelijks is vrijgemaakt voor de begeleiding en de uren die het management besteedt aan het maken van beleid op dit onderwerp. Plus de kosten die zijn gemoeid met werving en selectie van nieuwe vrijwilligers, verzekeringen, scholing, een (jaarlijkse) attentie, reiskosten en vergoedingen voor specifieke activiteiten. Minder eenvoudig zijn de uren te begroten waarin persoonlijke aandacht aan vrijwilligers wordt besteed. Juist die uren zijn onmisbaar; een goede samenwerking met vrijwilligers valt of staat ons inziens met aandacht voor de vrijwilliger en diens behoeften, motivatie en bijdrage aan het bibliotheekwerk.

Onze stelling

Hoezeer onze maatschappij ook waarde hecht aan cijfermatig inzicht en een verantwoorde onderbouwing van kosten én opbrengsten, het is niet mogelijk een waterdichte en kloppende eindbalans op te maken. Bibliotheken kunnen weliswaar nauwkeurig in kaart brengen welke kosten worden gemaakt, maar het is niet mogelijk om een feitelijke financiële waarde toe te kennen aan de inzet van de vrijwilligers. Dat rendement is niet in geld uit te drukken.

Wat gebeurt er in de praktijk? Omdat kosten wel zichtbaar zijn, gaat de aandacht (te) vaak uit naar de kosten. Terwijl we het over één ding met elkaar eens kunnen zijn: vrijwilligers zijn niet meer weg te denken bij de realisatie van doelstellingen van bibliotheken. Ze zijn hun gewicht goud waard. Of kennen we nu alsnog een economische waarde aan ze toe?

Kijktip

Onlangs verzorgde Cubiss het webinar Succesvol vrijwilligerswerk in de bibliotheek’. Tip voor coördinatoren vrijwilligers: bekijk het samen met je manager of collega’s, zodat je deze thema’s met elkaar bespreekt.

Naar overzicht Actueel en Blogs >>